
Ingrediënten portie 4
Tarwebloem 500 g
Water 350 ml
Zout naar smaak
Verse gist 10 g
Kookvoorschriften 2 uur en 40 minuten
1 Wrijf de gist door de bloem tot het kruimelig is. Voeg het zout toe, dan het water. Kneed het deeg 2 tot 3 minuten tot het begint samen te klonteren. Laat 1 uur rijzen.
2 Bekleed de bak met een licht met bloem bestoven handdoek.
3 Leg het deeg op een met bloem bestoven werkvlak. Snijd het deeg in 4 stukken en rol elk stuk tot een bal. Laat 5 minuten rusten.
4 Vorm de baguettes op een met bloem bestoven oppervlak door de balletjes plat te drukken tot onregelmatige ovalen. Wikkel één lange kant van het ovaal naar het midden, druk het aan en sluit het af met je duim. Wikkel ook de onderkant in. Vouw dan het deeg in de lengte dubbel en sluit de randen – je zou een logboek moeten hebben. Rol het stokbrood lichtjes in vorm en rek het uit.
5 Leg de stokbroden op de bakplaat, dek af met een handdoek en laat 1 uur staan.
6 Maak de sneden (5 – 6) met een scherp mes.
7 Verwarm de oven voor op 250 graden, verlaag de temperatuur tot 220 graden en besprenkel de wanden van de oven met water. Bak de stokbroden 10 tot 12 minuten.