
Ingrediënten portie 6
Melk 800 ml
Kippenei 4 stuks
Suiker 110g
Zout 10 g
Tarwebloem 400 g
Droge gist 10 g
Boter 200 g
Kookvoorschriften 1 uur
1 Voeg de eieren toe aan de warme melk en begin te roeren. Voeg de suiker en het zout toe zonder te wachten tot de dooier helemaal gebroken is en blijf de eieren roeren. Hoe warmer de melk, hoe sneller en gemakkelijker de suiker oplost, maar hij mag niet te heet zijn om te voorkomen dat de eieren klutsen.
2 Voeg het gezeefde volkorenmeel toe aan de melk. Doe dit langzaam, zodat de bloem geleidelijk in het deeg valt, niet allemaal tegelijk. Meng het deeg grondig zodat er geen klontjes ontstaan.
3 Voeg na 1 minuut de gist toe aan het deeg. Roer het deeg nog 5 minuten door. Je kunt een mixer gebruiken om het makkelijker te maken. Na 5 minuten begint de gist te werken: de eerste belletjes verschijnen aan het oppervlak. Dek de pot af met folie en zet hem 30 minuten op een warme plaats. Plaats het deeg bij voorkeur dicht bij het fornuis, zodat de luchttemperatuur rond de pan boven kamertemperatuur is.
4 Voeg hierna 160 gram gesmolten hete boter toe aan het beslag, roer het om en zet de pan weer op het vuur, nu gedurende 15 minuten.
5 Het deeg is eindelijk klaar. Tegen de tijd dat het gebakken is, moet het in hoogte verdubbeld, kleverig en bubbelig zijn geworden. Verhit de koekenpan goed. U kunt pannenkoeken bakken op een gietijzeren koekenpan of op een teflon koekenpan – zolang deze maar goed verhit is. Ideale pannenkoeken maak je met een gietijzeren koekenpan en gas. Schep het beslag uit met een pollepel en giet het op de pan. Houd de pan in de lucht en draai hem van links naar rechts, zodat het beslag zich gelijkmatig over het hele oppervlak verspreidt. Omdat het beslag dik is, kan de pannenkoek bruin worden voordat hij de hele pan bedekt – het is dus belangrijk om snel te zijn.
6 Na 1 à 2 minuten is het oppervlak van de pannenkoek bezaaid met gaatjes, zijn de randen bruin en heeft het deeg een mat, wasachtig oppervlak. Dit betekent dat de pannenkoek gekeerd kan worden. Als de pannenkoek plotseling weer bedekt is met beslag, hoeft u hem niet om te draaien: hij is nog niet gaar. Klap het om met een brede of lange spatel zodat het niet in de lucht hangt en scheurt. Bak de pannenkoek zo dat hij maar één keer omgedraaid hoeft te worden.
7 Leg de gekookte pannenkoeken een voor een op een bord en bestrijk ze stuk voor stuk met gesmolten boter terwijl ze nog warm zijn. De hete pannenkoek zal snel de hete boter absorberen en nog beter smaken. De pannenkoeken zullen ook minder snel uitdrogen na deze procedure en zullen de volgende dag nog steeds zacht en luchtig zijn.