
Ingrediënten portie 8
Tarwebloem 250 g
Suiker 300 g
Boter 225 g
Eigeel 3 stuks
Kippenei 2 stuks
Aardappelmeel 20 g
Water 50 ml
Citroensap 150 ml
Citroenschil 1 stuk
Zout snufje
Kookvoorschriften 45 minuten
1 Maak eerst het deeg klaar. Zeef de bloem boven een zeef op een tafel. Maak een kuiltje in de bloem en giet er zout en 50 g suiker in. Giet water en 1 eidooier in het gat in de bloem en meng alles met wat bloem met je vingertoppen. Zodra het deeg gekneed is, 125 g boter toevoegen en mengen met de resterende bloem. Kneed het deeg lang genoeg zodat het niet aan je vingers blijft plakken.
2 Zodra het deeg niet meer aan het werkvlak kleeft, rol je het tot een bal, strooi je er wat bloem over en wikkel je het in huishoudfolie. Zet 10 minuten in de koelkast.
3 Verwarm de oven voor op 220 graden. Bestrijk het blik met olie. Rol het afgekoelde deeg uit tot ongeveer 3 mm dikte en leg het in de vorm om een rand te vormen. Prik het deeg met een vork op verschillende plaatsen in, zodat het niet rijst tijdens het bakken. Spreid het bakpapier uit en giet de bakbonen erover. Bak ongeveer 15 minuten.
4 Bereid de citroencrème: Kook in een steelpan 150 ml citroensap met 100 g suiker.
5 Klop in een aparte kom 2 hele eieren, 2 eidooiers en 150 g suiker los en voeg vervolgens 20 g aardappelmeel toe. Voeg het verkregen mengsel toe aan het gekookte citroensap en breng het mengsel opnieuw aan de kook (tot het borrelt).
6 Haal van het vuur en giet in een andere voorziene kom om af te koelen. Voeg 100 g gehakte boter en de vooraf op een rasp geraspte schil van 1 citroen aan het mengsel toe.
7 Afwerking van de taart: Giet de citroencrème over het gebakken deeg. Bestrijk de bovenkant eventueel met opgeklopt eiwit en zet in de oven om licht te bruinen.