De Chinese samovar lijkt helemaal niet op een theeceremonie en heeft bovendien niets met thee te maken. Het is een manier van voedsel bereiden, en zelfs een filosofie, waarbij iedereen voor zichzelf kookt in een gezamenlijke ketel. De Chinese naam voor deze praktijk, hogo, betekent letterlijk “vuurpot”. Op een tafel zetten ze een bak die in twee of meer compartimenten is verdeeld en waarin telkens een bouillon met verschillende smaken wordt gekookt, bijvoorbeeld meer en minder gekruid. Overal zijn rauwe ingrediënten: vlees, orgaanvlees, zeevruchten, champignons, groenten, noedels, lotuswortels en wat je verder maar wilt. Elke deelnemer gebruikt eetstokjes om het voedsel te pakken en in de bouillon te dopen – zo lang als ze willen, maar meestal 2-3 minuten. Doop het in de saus en je bent klaar. Het blijkt dat iedereen zijn eigen eten kookt, sommigen zijn pittiger, anderen lichter, sommigen koken het meer, anderen minder, zodat het bijna rauw is. Het belangrijkste is dat het samen een traditie is voor een groot bedrijf.
Maar waarom de samovar? Omdat de pan waarin het voedsel wordt gekookt een verwarmingselement heeft, of erop is geplaatst, zodat de bouillons erin voortdurend sudderen. Je krijgt een letterlijke samovar, alleen geen theesamovar. En ook omdat de eerste versies van samovars werden gestookt met houtskool via een schoorsteen, werd een soortgelijk systeem gebruikt in khogo woks.
We gingen naar Chuanyu Chinees eten restaurant en zagen hoe ze hogo koken, waar de Chinezen zelf voor komen.